Strakkere aanpak in bijstand: Sociaal of niet?
Mensen die een uitkering krijgen, krijgen te maken met steeds strengere regelgeving, controle en de plicht tot het leveren van een tegenprestatie. De omslag naar een strakkere aanpak is al langer ingezet en komt overeen met de roep uit de samenleving. De vraag is of het terecht is om bijstandsgerechtigden op deze manier tegemoet te treden.
De bijstand is een vangnet voor mensen die het (tijdelijk) niet op eigen kracht redden om in hun eigen onderhoud te voorzien, uitgevoerd door gemeenten. Dit in tegenstelling tot de ww, die wordt uitgevoerd door het UWV, wat een verzekering is die door mensen wordt opgebouwd wanneer ze aan het werk zijn. De duur van de ww hangt dan ook af van de periode die er gewerkt is. Zowel in de ww als in de bijstand is het de plicht om zelf alle inspanningen te doen om weer voldoende inkomen te genereren. Wanneer mensen dat niet of niet voldoende zelf kunnen, kunnen gemeente of UWV daarbij helpen. Bijvoorbeeld door sollicitatietraining of een leerwerktraject aan te bieden.
De eigen verantwoordelijkheid wegnemen kan ertoe leiden dat mensen vervallen in apathie en steeds minder geloven in de eigen mogelijkheden. Het draagvlak voor de bijstand, die wordt opgebracht door alle werkenden, zal alleen blijven bestaan, wanneer er al het mogelijke aan wordt gedaan om de uitkering alleen aan mensen te geven die er ook echt recht op hebben. En tegenover het recht op bijstand, staan plichten. Zoals hierboven al beschreven is de belangrijkste daarvan de inzet om zo kort mogelijk gebruik te maken van het vangnet. Fraude met uitkeringen moet keihard worden aangepakt, al was het alleen maar om de voorziening in stand te kunnen houden.
Het is in mijn ogen belangrijk om goeie afspraken te maken wanneer er een uitkering wordt aangevraagd en toegekend. De gemeente geeft aan waar iemand recht op heeft, de uitkeringsgerechtigde hoort wat er van hem of haar verwacht wordt. En daar wordt ook scherp aan vastgehouden, zo niet, dan kan een korting op de uitkering het gevolg zijn. Omdat gemeenten de laatste jaren veel minder geld hebben voor hulp om weer aan het werk te komen, wordt er ook een sterk beroep gedaan op mensen om zelf actief te zoeken naar werk. En wanneer er kansen zijn op werk, ook al is het niet de droombaan of sluit het niet aan op werkervaring of studie, moeten deze wel gegrepen worden.
Het is mijn overtuiging dat werken zeer belangrijk is voor het zelfvertrouwen en de eigenwaarde van mensen en het krijgen van nieuwe netwerken. Daarom is het ook goed wanneer iemand die al langere tijd vergeefs probeert betaald werk te krijgen, vrijwilligerswerk doet om actief te blijven, om arbeidsritme te houden en om sociale contacten te houden. Maar ook om te voelen dat je nodig bent, dat er op je wordt gerekend. Voor sommigen is dat lastig; de voordelen worden niet altijd direct gezien of men dicht zichzelf geen talenten toe. Dan is er een duwtje in de rug nodig, of soms zelf wat sterkere dwang. Ik heb al verschillende keren gehoord dat mensen achteraf heel erg blij zijn dat ze de stap gezet hebben.
Ik vind een strakkere aanpak geen slechte zaak, als er maar sprake kan blijven van maatwerk. Mensen die kunnen werken, moeten ook werken als dat kan. Waar andere problemen spelen, moeten we – gezamenlijk – proberen daar een oplossing voor te vinden. Niet mensen aan de hand nemen en de verantwoordelijkheid wegnemen, maar soms een spiegel voorhouden, afspraken over en weer nakomen en stappen zetten, daar is niets mis mee.