De menselijke maat
In de politiek gaat het vaak om grote, moeilijke woorden, soms zelfs containerbegrippen. Voorbeelden daarvan zijn consensus, democratische legitimatie, integriteit en duurzaamheid. Maar hoe belangrijk deze begrippen ook zijn, voor mij gaat het in de politiek vooral om de mens. Nu zal niemand beweren dat hij daar tegen is, de mens voorop stellen, maar de wijze waarop politiek wordt bedreven, laat soms een tegengestelde beweging zien.
De belangrijkste thema’s van deze politieke periode zijn zonder twijfel de grote veranderingen die zich in zorg en arbeid voltrekken. Gedreven door de noodzaak om de zorg ook voor onze kinderen betaalbaar te houden, maar ook om de mensen die het écht nodig hebben niet in de kou te laten staan, is het grootste deel van de zorg dit jaar overgedragen aan gemeentes. Met alle onheilspellende publiciteit daarbij. Nu de stofwolken langzaamaan neerdalen, zien we dat er enorme stappen zijn gemaakt om de zorg dichter bij mensen te organiseren, om mensen vooral zelf te laten bepalen welke kant het uit moet, maar ook om verantwoordelijkheid zoveel mogelijk te laten waar die hoort. Niet dat er geen fouten worden gemaakt, niet dat alles nu gesmeerd loopt en wetende dat in 2015 als overgangsjaar nog heel veel zaken blijven zoals ze daarvoor al waren. Maar de enorme chaos die werd voorspeld, met talloze hulpbehoevenden die in de kou zouden staan, is uitgebleven. Mede dankzij duizenden ambtenaren die weekenden en vakanties hebben opgeofferd om gemeentes op tijd klaar te laten zijn voor de nieuwe taken. Ook dat mag weleens gezegd worden.
Beperking
Opnieuw een alinea met grote woorden, maar waar het feitelijk om draait zijn de mensen waar ik het eigenlijk over heb. Binnen het Sociaal Domein, de verzamelnaam voor de taken die gemeentes van rijk en provincies hebben overgekregen, ben ik in Tytsjerksteradiel verantwoordelijk voor de Participatiewet. Die bepaalt onder andere dat gemeentes zich tot het uiterste moeten inspannen om mensen met een (lichamelijke of psychische) beperking aan het werk te krijgen, bij voorkeur bij ‘gewone’ bedrijven. Geen gemakkelijke opgave, omdat het bedrijfsleven voor het overgrote deel niet gewend is om deze categorie medewerkers op te nemen en te begeleiden, maar ook omdat de overheid tientallen jaren lang vooral heeft ingezet om deze mensen op beschermde werkplekken, bij voorbeeld de sociale werkvoorziening, onder te brengen.
Afgelopen tijd hoorde ik een aantal verhalen over mensen van vlees en bloed, die met deze nieuwe wetgeving te maken kregen. En het gaf me een warm gevoel én hoop voor de toekomst. Bijvoorbeeld het verhaal van Kunta, die vanwege ernstige rugproblemen helemaal geïsoleerd was geraakt en zo dolgraag weer met mensen in contact wilde komen. Met begeleiding werkt hij nu naar vermogen een aantal dagdelen als vrijwilliger in de voetbalkantine: zeer gewaardeerd en middenin de samenleving. Of Gaatze, die met maatwerk vanuit de gemeente een prachtplek kreeg bij een bouwbedrijf in zijn eigen dorp. Zijn leven daarmee weer op orde kreeg en nu de meeste loyale en gedreven werknemer is die je maar kunt bedenken. Of Ben, die een zwaar verleden meetorste en nooit serieus en respectvol was behandeld. Die zich na een dag ziek meldde bij het reïntegratietraject en tot zijn verbazing te horen kreeg: Pas goed op jezelf en doe rustig aan. En zich een uur later meldde: Als er zo met je wordt opgegaan, dan kun je mensen toch niet laten stikken, was zijn reactie.
Oog en oor
Dat zijn de mensen waar je het als wethouder sociale zaken voor doet! Bij alle beleid dat gemaakt wordt, deze mensen in je achterhoofd houden. Je oor steeds te luister leggen op de plaats waar dat beleid wordt uitgevoerd, maar ook waar de gevolgen voelbaar zijn. En niet bang zijn om als gevolg daarvan beleid aan te passen. Niet het beleid, niet de regels, niet de ambtenaren en al helemaal niet de wethouder staan centraal, maar de menselijke maat. Dat is wat ons drijft en waar de PvdA open oog en oor voor heeft.